Beste Werkgever Vanderlande: Strategie moet je in Jip en Janneke-taal communiceren

Danny Paulich

Vanderlande is Beste Werkgever in de categorie ‘Profit – meer dan 1000 medewerkers’. CEO Govert Hamers is van het type “sterkste jongetje in de zandbak”. Het faillissement van Fokker was een dip in zijn carrière, maar maakte hem uiteindelijk sterker. ‘Je moet je geldingsdrang kunnen relativeren.’

Beste Werkgever Vanderlande: Strategie moet je in Jip en Janneke-taal communiceren

1. Wat is de grootste mazzel in uw carrière?

‘Mijn eerste baan bij Fokker, in 1980. Als experimenteel fysicus kreeg ik een kans op de afdeling engineering. Het bedrijf kreeg een enorme boost, zodat ik als jongere in twee jaar tijd veel kansen kreeg, die je anders pas in tien jaar krijgt. En ik heb die kansen genomen.’

2. En de grootste tegenslag?

Het einde van Fokker. Ik was op dat moment president van Fokker Aircraft Services, het onderdeel dat buiten het faillissement viel. We werden onderdeel van Stork. Dat was een cultuurclash. Die teleurstelling heeft mijn carrière een paar jaar geremd. Maar tegenslag hoort erbij, carrières bestaan niet alleen maar uit succes. Mijn motto is: de kunst is niet om het vallen te vermijden, maar juist hoe je opstaat en doorgaat.’

3. Welk voorwerp in uw kantoor zegt het meest over uw persoonlijkheid?

‘Ik ben niet iemand die foto’s van zijn gezin om zich heen heeft, ik kijk uit op een groot Chinees symbool voor geluk. Mijn kantoor is modern, licht, open. Zeker niet rommelig, maar ook niet steriel. Ja, het is een spiegel van mijn persoonlijkheid.’

4. Wat maakt iemand een goede leider?

‘Duidelijkheid. Alle medewerkers weten waar het bedrijf naartoe gaat. De strategie moet helder zijn, in Jip en Janneke-taal. Wat gaat er goed, wat slecht, wat moet beter? Als CEO moet je daarover geregeld en uitgebreid communiceren. Een goede leider draagt een bepaalde cultuur met zich mee die moet matchen met een bedrijf. Daarnaast is het belangrijk de juiste mensen om je heen te verzamelen en op de juiste plek neer te zetten. Hij moet hard kunnen zijn: als iemand niet in de cultuur past of niet brengt wat verwacht wordt, dan volgen maatregelen.’

5. Waar let u op bij een sollicitatiegesprek?

‘Bij sollicitaties van het topkader ben ik “meekijker”. Iemand van personeelszaken doet het woord, ik observeer vooral. Wat voor sfeer brengt iemand mee? Zit hij er relaxed bij? Blaast hij zijn prestaties niet op? Het is opvallend hoeveel figuren je tegenover je krijgt die een mooi verhaaltje ophangen.’

Beste Werkgevers Magazine 

In het magazine ‘Hoe word ik een Beste Werkgever?’ ontdek je alles over de Beste Werkgevers van Nederland.

Downloaden

6. Welk boek heeft de meeste invloed op uw persoonlijke/professionele leven gehad?

‘Een echte boekenlezer ben ik niet, behoudens Ludlums in het vliegtuig. Zeker geen managementboeken. Ik blijf goed op de hoogte via allerlei media.’

7. Bent u altijd een alfaman geweest of heeft uw leiderschap zich ontwikkeld?

‘Ik ben het type van het sterkste jongetje in de zandbak. Als je daar geen forse dosis van hebt, red je het niet op dit soort plekken. Je geldingsdrang moet je wel kunnen relativeren, te dominant is niet goed. Onderdanige medewerkers praten je naar de mond, dat is zeer onwenselijk.’

8. Op welke verandering in de organisatie bent u het meest trots?

‘Dat de 4.500 medewerkers van Vanderlande snappen welke kant het bedrijf op moet en daarnaar handelen. Mensen komen zelf met initiatieven en voeren die ook uit. Daardoor ontwikkelt de onderneming zich nu razendsnel.’

9. Wie zou u graag eens willen ontmoeten en wat zou u hem/haar vragen?

‘Ik ontmoet veel mensen. Van de meeste leer ik wel iets.’

10. Van welk ander bedrijf zou u ooit nog weleens directeur willen zijn?

‘Als ik niet over een paar jaar met pensioen zou gaan, zou ik graag een technologiestart-up in Silicon Valley willen leiden. Laatst ben ik daar nog geweest om rond te kijken en een paar colleges te volgen. Wat een kraamkamer van ondernemerschap, technologie, kapitaal en financiële kennis! Ondernemend Nederland is veel te behoudend, te stoffig. Als ik jong was, zou ik het wel weten.’