RIBW Midden-Brabant

Christa Plukkel

Een breder geluid: het medewerkersonderzoek van RIBW Midden-Brabant

RIBW Midden-Brabant is drie jaar geleden gestart met het periodiek uitvoeren van hun medewerkersonderzoek. Op deze manier luistert RIBW Midden-Brabant objectief naar haar medewerkers. “In de wandelgangen vang je uiteraard altijd informatie op over hoe medewerkers tegen hun werk aankijken, maar je hebt dan grote kans dat je degene die het hardste roept altijd voor gaat”, vertelt René van Trijp (Staffunctionaris P&O van RIBW Midden-Brabant). “Door het uitvoeren van een medewerkersonderzoek zorgen wij voor een breder geluid. Het is een objectieve manier om tevredenheid en betrokkenheid te toetsen.”

RIBW Midden-Brabant

RIBW Midden-Brabant is een organisatie die mensen met een psychiatrische achtergrond ondersteunt bij het vinden van een weg in de samenleving. RIBW Midden-Brabant ondersteunt de cliënt in die zoektocht door mogelijkheden te scheppen, handvatten te bieden, kennis over te dragen, inzicht te geven en vaardigheden aan te leren. Zo leert de cliënt hoe hij vanuit eigen kracht, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid zijn levensdoelen kan bereiken. RIBW Midden-Brabant heeft bijna 400 medewerkers in dienst.

De RIBW benchmark is uniek

“Effectory heeft een speciale RIBW benchmark. Er is ook een collectiviteitcontract met de hele branche gesloten. Verschillende collega RIBW’s kunnen zich met elkaar vergelijken”, vertelt Karlijn Schouten (Consultant Effectory). “Een unieke situatie”, vindt Van Trijp. “Het stelt ons in staat om ons goed te vergelijken met de andere RIBW’s. De drempel is laag om elkaar op te zoeken en contact te leggen. Op deze manier vergelijken we ons niet alleen, maar ondersteunen en helpen we elkaar ook.”

Verbeteringen

“We nemen de verbeterpunten uit het onderzoek mee in onze reguliere jaarplancyclus en laten dat aanhaken bij onze normale processen. Dit zorgt voor een geïntegreerd geheel! “

“Naar aanleiding van ons eerste onderzoek in 2007 is er een aantal speerpunten vastgesteld, zoals ‘beschikbaarheid middelen’ en ‘arbeidsomstandigheden & agressie’,” vertelt Van Trijp. “Wij hadden een gebrek aan voldoende computers, laptops en goede werkplekken. Op piektijden bleek dit helemaal een probleem. We hebben een inhaalslag gemaakt op het gebied van automatisering. Ook hebben we fors ingezet op ‘arbeidsomstandigheden & agressie’. Het risico op agressie en geweld is helaas een onderdeel van het werken bij RIBW. De wijze van omgaan met agressie en geweld vraagt om professioneel handelen. Uit het medewerkersonderzoek bleek dit een onderwerp was waar we een inhaalslag konden maken. We hebben meer gedaan aan scholing op het gebied van ‘omgaan met agressie’ en we hebben deze trainingen actiever en vaker aangeboden. Ook hebben we teammanagers getraind om te leren hoe agressie te voorkomen . Daarnaast hebben we aan hen cursussen gegeven in goede en tijdige opvang wanneer agressie of geweld zich heeft voorgedaan.”

Van Trijp vervolgt: “Beide speerpunten zijn met een punt in waardering gestegen, we hebben een forse vooruitgang geboekt. Het laat ook zien aan onze medewerkers dat we de uitkomsten van het onderzoek serieus nemen. We nemen de verbeterpunten uit het onderzoek mee in onze reguliere jaarplancyclus en laten dat aanhaken bij onze normale processen. Dit zorgt voor een geïntegreerd geheel.”

“Zijn er ook al veranderingen zichtbaar naar aanleiding van het onderzoek in 2009?”, vraagt Schouten? Van Trijp: “Eén van de punten waar we aan werken is dat de regio’s onderling beter moeten samenwerken. Bij een aantal regio’s kan de uitwisseling van informatie en samenwerking nog beter, het is een gezamenlijk probleem. We willen meer verbinding maken, onder andere via de leidinggevenden. Het is nog te vers om hier al iets heel concreets over te kunnen zeggen, maar de eerste bewegingen lijken wel zichtbaar.”