Organisaties, snijd niet in je vitale, bevlogen en betrokken kern!

Anke Valent

Het is een veel besproken onderwerp in de gehandicaptenzorg: Hoe zeker ben ik van mijn baan? Vooral onder de jonger(e) medewerkers met een tijdelijk dienstverband of 0-urencontract is het een prangende vraag. Hoe kunnen instellingen in de gehandicaptenzorg hier het beste mee omgaan en succesvol deze veranderingen doorstaan?

Als zorgconsultant bij Effectory houd ik mij dagelijks bezig met de werkbeleving van medewerkers in de gehandicaptenzorg. Ik adviseer instellingen hoe om te gaan met de resultaten van hun medewerkersonderzoek en hoe ze verbeteringen kunnen realiseren. Op dit moment zie ik in de resultaten binnen de gehandicaptenzorg dat de baanzekerheid sterk begint af te nemen. Met name onder de medewerkers met een tijdelijk dienstverband is de onzekerheid groot.

Veranderingen brengen onzekerheid

Het is niet zo gek dat de onzekerheid over baangarantie nu toeneemt. In de gehandicaptenzorg zal een groot deel van de financiering in 2014 van de overheid naar lokale overheden (gemeenten) verplaatst worden. De afgelopen tijd was vooral het management druk met deze vraag, maar nu is het moment aangebroken waarbij ook de medewerkers op de hoogte worden gebracht. Doordat de precieze invulling lange tijd onduidelijk is gebleven, was de boodschap: ‘Er gaat iets veranderen maar we weten nog niet hoe groot de impact is.’ Nu het zorgakkoord openbaar is, kunnen organisaties eindelijk gaan beginnen met de inrichting van de toekomst. 

Tips voor het succesvol implementeren van beleidswijzigingen in de zorg 

Jonge medewerkers schrikken

Logischerwijs is de schrik bij de jongere medewerkers het grootst. Jonge medewerkers beginnen met tijdelijke dienstverbanden of 0-urencontracten, de zogenoemde flexcontracten. Voor de instellingen is deze groep medewerkers juridisch gezien het meest eenvoudig om afscheid van te nemen als er bezuinigd moet worden op personeelskosten. Maar wat blijkt uit onze onderzoeken? Deze jonge medewerkers zijn de meest bevlogen, betrokken en vitale medewerkers van de organisatie. Het zijn typisch de medewerkers die een stapje extra zetten voor de organisatie.

Langere dienstverbanden maken zich minder zorgen

De baanonzekerheid bij de langere dienstverbanden neemt minder snel toe. Deze groep medewerkers denkt dat er voor hen een minder grote kans is dat er wat gaat gebeuren. Juridisch gezien is het ook lastiger voor instellingen om van deze medewerkers afscheid te nemen. Echter zien we dat een groot deel van deze medewerkers een veel lagere veranderingsbereidheid heeft: “We doen het al 20 jaar zo dus waarom moet er nu ineens wat veranderen?” Hierdoor houden zij veranderingen eerder tegen. Juist iets wat de organisaties én gehandicaptensector in deze tijd niet kunnen gebruiken. Ik denk dat de sector aan de vooravond staat van één van de grootste veranderingen in de afgelopen 50 jaar. En het is erg belangrijk dat de instellingen er gezond en sterk uitkomen.

Hoe ga je als instelling hiermee om?

“Zorg dat de betrokken en bevlogen medewerkers, de juweeltjes van de organisatie, niet de instelling verlaten”

Het komt er dus gechargeerd op neer dat de jonge medewerkers, die vitaal en veranderingsbereid zijn, weinig zekerheid krijgen en de mensen met langere dienstverbanden, die geen reden voor veranderingen zien, blijven. Hierdoor wordt het voor instellingen moeilijk om de organisatie in beweging te krijgen en succesvol te zijn in de nieuwe vorm. Ik raad daarom de organisaties aan het gesprek aan te gaan met elke medewerker, jong of oud, die niet meer betrokken en bevlogen is én om te kijken op welke manier ze jongere medewerkers meer zekerheid kunnen geven. Zorg dat de betrokken en bevlogen medewerkers, de juweeltjes van de organisatie, niet de instelling verlaten. Zij maken immers het verschil. Een bevlogen en betrokken medewerker kost niets extra’s, maar levert wel héél veel meer op.